Organisch afvalslib uit de voedingsindustrie is een bron van biomoleculen die kunnen worden opgewaardeerd tot visvoer wanneer ze worden gebruikt om waterwormen te kweken. Bob Laarhoven stelde in zijn proefschrift dat voor valorisatie van afvalstromen door waterwormen deze stromen bij voorkeur vrij zijn van verontreinigingen zoals organische microverontreinigingen, zware metalen en pathogenen. Daarom kan rioolslib niet worden gebruikt als substraat voor de wormen. Dit vervuilde slib kan echter nog steeds worden gebruikt voor non-foodtoepassingen. Uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van de toegepaste afvalstroom het toepassingspotentieel van de wormenbiomassa en de mogelijkheden voor verdere verwerking en raffinage.